U kunt de instellingen alleen wijzigen als u zich aanmeldt in de systeembeheerdersmodus.
|
1
|
Selecteer [Bestand] en klik op [OK].
|
2
|
Voer de vereiste gegevens in.
[Naam]
Voer de naam van de bestemming in.
[Protocol]
[Windows(SMB)]: Selecteer deze optie als u een gedeelde map gebruikt.
[FTP]: Selecteer deze optie als u een bestandsserver gebruikt. [Hostnaam]
Als u een gedeelde map wilt gebruiken, typt u het pad naar de gedeelde map (maximaal 120 tekens) of het IP-adres (bijvoorbeeld: \\swan\share of \\192.168.2.100\share).
Als u een bestandsserver wilt gebruiken, typt u het IP-adres van de FTP-server (maximaal 120 tekens) (bijvoorbeeld: \\192.168.2.100\share).
Een DNS-server gebruiken
U kunt ook de hostnaam voor de gedeelde map opgeven in de volgende notatie:
\\hostnaam.organisatie.bedrijf.co.jp\share Voor de hostnaam van de bestandsserver kunt u de volledige computernaam gebruiken. Bijvoorbeeld starfish.organisatie.bedrijf.com
Als de computer een ander weergavetaal gebruikt dan de UI op afstand
[Hostnaam] of [Mappad] wordt mogelijk niet correct weergegeven of kan niet worden opgezocht.
[Mappad]
Voer een mapnaam (maximaal 120 tekens) als bestemming voor de gegevens in.
[Gebruikersnaam]/[Wachtwoord]
Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord zoals ingesteld met de computer.
Notaties voor het opgeven van de gebruikersnaam (gedeelde map)
domeinnaam\gebruikersnaam (maximaal 32 tekens in totaal):
Wanneer u de gebruikersnaam in deze notatie opgeeft, worden de bevoegdheden die de gebruiker voor het opgegeven domein heeft, toegepast op SMB-communicatie. gebruikersnaam@bedrijf.com (maximaal 32 tekens in totaal):
Deze notatie kan alleen worden gebruikt bij verzending naar Windows Server 2003/Server 2008/Vista/7/Server 2008 R2/8/8.1/Server 2012/Server 2012 R2 in een domein waarvoor de domeincontroller Windows Server 2003/Server 2008/Vista/7/Server 2008 R2/8/8.1/Server 2012/Server 2012 R2 is. |
3
|
Klik op [OK].
|