Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken

Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Zorg ervoor dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de vereisten van het apparaat (Vereisten voor sleutels en certificaten). U kunt maximaal vijf sleutelparen en tien CA-certificaten registreren (inclusief de vijf vooraf geïnstalleerde certificaten).
1
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Beveiligingsinstellingen]  [Instellingen sleutel en certificaat] (voor sleutelparen) of [Instellingen CA-certificaat] (voor CA-certificaten).
4
Klik op [Sleutel en certificaat registreren...] of [Registreer CA-certificaat...].

Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen
Klik op [Verwijderen] naast het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK]. De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten kunt u niet verwijderen.
U kunt een sleutelpaar niet verwijderen als dit momenteel in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer [TLS] of [IEEE 802.1X] wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval moet u de functie uitschakelen of het sleutelpaar vervangen voordat u het sleutelpaar kunt verwijderen. Het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat kan niet worden verwijderd.
De vooraf geïnstalleerde CA-certificaten uit- of inschakelen
Klik op [Uitschakelen] naast het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat dat u wilt uitschakelen. Als u het certificaat weer wilt inschakelen, klikt u nogmaals op [Inschakelen] naast het certificaat.
5
Klik op [Installeren...].

Een sleutelpaar of CA-certificaat verwijderen
Klik op [Verwijderen] naast het bestand dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK].
6
Klik op [Bladeren...], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Start installatie].
Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat.
7
Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
 Een sleutelpaar registreren
1
Klik op [Registreren...] naast het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
2
Voer de naam van het sleutelpaar en het wachtwoord in en klik op [OK].
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
[Wachtwoord]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de privésleutel die is ingesteld voor het bestand dat u wilt opslaan.
 Een CA-certificaat registreren
Klik op [Registreren...] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan.
 
0SJY-08Y