Beperkingen instellen voor USB-functies

USB is een handige manier om randapparatuur aan te sluiten en gegevens op te slaan of te verplaatsen. Bij een onjuist beheer kan USB echter ook een bron van informatielekkage zijn. Wees voorzichtig wanneer u USB-geheugenapparaten gebruikt. Dit gedeelte beschrijft hoe u de verbinding via de USB-poort van het apparaat kunt beperken en hoe u het gebruik van USB-geheugenapparaten kunt uitsluiten.

Beperkingen instellen voor de USB-verbinding met een computer

U kunt de USB-poort aan de achterzijde van de machine uitschakelen. Als deze poort is uitgeschakeld, kan de machine niet via USB communiceren met een computer. Deze instelling heeft geen invloed op de USB-poort aan de voorzijde. Deze poort is alleen bedoeld voor het aansluiten van USB-geheugenapparaten.
1
Tik op <Menu>.
2
Tik op <Instellingen Systeembeheer>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine
3
Tik op <Gebruik als USB-apparaat>.
4
Tik op <Uit>.
 <Uit>
Selecteer deze optie om de USB-poort aan de achterzijde van het apparaat uit te schakelen.
 <Aan>
Selecteer deze optie om de USB-poort aan de achterzijde van het apparaat in te schakelen.
5
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.

Beperkingen instellen voor het scannen naar USB

U kunt het opslaan van gegevens op een USB-geheugenapparaat uitschakelen. Als deze functie is ingeschakeld, kunnen gescande gegevens niet worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. USB-geheugenapparaten worden aangesloten op de USB-poort aan de voorzijde van het apparaat.
1
Tik op <Menu>.
2
Tik op <Instellingen Systeembeheer>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine
3
Tik op <Opslaan in USB-geheugen>.
4
Tik op <Uit>.
 <Uit>
Selecteer deze optie om te voorkomen dat gegevens worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat. Gescande gegevens kunnen niet worden opgeslagen op het USB-geheugenapparaat.
 <Aan>
Selecteer deze optie als gegevens mogen worden opgeslagen op een USB-geheugenapparaat.
5
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.

Beperkingen instellen voor het afdrukken via USB

U kunt het afdrukken van gegevens vanaf een USB-geheugenapparaat uitschakelen. De gegevens op het USB-geheugenapparaat kunnen niet worden afgedrukt.
1
Tik op <Menu>.
2
Tik op <Instellingen Systeembeheer>.
Als het aanmeldingsscherm verschijnt, gebruikt u de numerieke toetsen om de juiste combinatie van ID en pincode in te voeren. Druk vervolgens op . Aanmelden bij de machine
3
Tik op <Geheugenmedia afdruk Aan/Uit>.
4
Tik op <Uit>.
 <Uit>
Selecteer deze optie om het lezen van gegevens vanaf een USB-geheugenapparaat te blokkeren. De gegevens op het USB-geheugenapparaat kunnen niet worden afgedrukt.
 <Aan>
Selecteer deze optie om het afdrukken van gegevens op een USB-geheugenapparaat toe te staan.
5
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
0SJY-08H