Gebruik geen niet-standaard USB-geheugenapparaten. U kunt gegevens mogelijk niet correct opslaan in bepaalde USB-geheugenapparaten.
Sluit alleen een USB-geheugenapparaat aan op het apparaat. USB-geheugenapparaten kunnen niet worden aangesloten via een USB-hub of USB-verlengkabel.
Gebruik geen USB-geheugenapparaten met speciale functies zoals ingebouwde beveiligingsfuncties.
|
De USB-poort van het apparaat ondersteunt USB 2.0.
Als een map op een USB-geheugenapparaat veel bestanden bevat, duurt het opslaan van gescande gegevens langer. Gebruik uw computer om overbodige bestanden te verwijderen van het USB-geheugenapparaat of verplaats bestanden naar een andere map.
|
1
|
Als u extra pagina's van het document wilt scannen, legt u de volgende pagina op de glasplaat en drukt u op .
Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met de volgende stap.
|
2
|
Tik op <Voltooien>.
De gescande gegevens worden op het USB-geheugen opgeslagen.
|
Mapnaam
|
De map "SCAN_00" wordt gemaakt en er worden maximaal 100 bestanden in de map opgeslagen. De mappen "SCAN_01" tot en met "SCAN_99" worden gemaakt wanneer de huidige map 100 bestanden bevat.
|
Bestandsnaam
|
De bestanden met scangegevens krijgen namen van "SCAN0000.XXX" tot en met "SCAN9999.XXX" (waarbij "XXX" de extensie voor de bestandsindeling is, bijvoorbeeld "JPG"). De eerste twee cijfers komen overeen met die van het mapnummer waarin de bestanden zijn opgeslagen. Het vijfde JPEG-bestand, bijvoorbeeld, dat wordt opgeslagen in de map "SCAN_01" krijgt de naam "SCAN0105.JPG".
|
1
|
Druk op .
|
2
|
Druk op .
|
3
|
Tik op <Apparaatstatus>.
|
4
|
Tik op <Geheugenmedium verwijderen>.
Wacht totdat het bericht <Het geheugenmedium kan veilig worden verwijderd.> wordt weergegeven.
|
5
|
Verwijder het USB-geheugenapparaat.
|
Als u altijd dezelfde scaninstellingen wilt gebruiken: De standaardinstellingen wijzigen
|