De SSID en de netwerksleutel controleren

Wanneer u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen, moet u de SSID en netwerksleutel van de draadloze router opgeven. De SSID en de netwerksleutel worden mogelijk aangegeven op de router. Controleer het apparaat en noteer de benodigde gegevens voordat u de verbinding gaat instellen. Meer informatie over uw netwerkapparatuur kunt u lezen in de handleidingen of opvragen bij de fabrikant.
SSID
SSID staat voor Service Set Identifier en is de naam die binnen een bepaald draadloos LAN wordt gebruikt om een apparaat uniek aan te duiden. Een SSID wordt ook wel een "netwerknaam" genoemd.
Netwerksleutel
Een trefwoord of wachtwoord dat wordt gebruikt voor het coderen (versleutelen) van gegevens of het verifiëren van een netwerk. Een netwerksleutel wordt ook "coderingssleutel", "WEP-sleutel", "WPA/WPA2-wachtzin" en "vooraf gedeelde sleutel (PSK)" genoemd.
Protocollen voor draadloze beveiliging (verificatie/codering)
Als u handmatig een draadloze verbinding gaat instellen door gedetailleerde instellingen op te geven, moet u beveiligingsinstellingen opgeven. Controleer de volgende gegevens:
Beveiligingstypen (WEP/WPA-PSK/WPA2-PSK)
Verificatiemethode (Open systeem/Gedeelde sleutel)
Coderingsmethode (TKIP/AES-CCMP)
258A-00U